Deze week besluit de Hilversumse gemeenteraad over een nieuw cultuurbeleid. Het nieuwe beleid van verantwoordelijk cultuur wethouder Jaeger richt zich, veel meer dan het huidige beleid, op het ondersteunen van programmering en niet op het ondersteunen van instellingen. De VVD fractie is daar erg over te spreken. Immers, voor het Hilversumse culturele aanbod is het belangrijk dat het gaat om de inhoud en niet het ondersteunen van instellingen “omdat we dat nou eenmaal al jaren doen” (wat meer de conservatieve lijn is van de PvdA fractie). So far so good.

Helaas slaat het beoogde nieuwe beleid echter op een belangrijk punt de plank mis. Er wordt namelijk voorgesteld de zogenaamde kapitaallasten (de rente- en afschrijvingskosten) van alle culturele panden niet langer aan cultuur toe te rekenen, maar op de grote hoop van de algemene gemeentelijke financiën te storten. Dit lijkt een nogal technisch verhaal, maar is in feite heel eenvoudig. Een voorbeeldje. Wanneer je een pand bouwt, bijvoorbeeld een poppodium, kost dat geld (in Hilversum soms zelfs heel veel geld). Omdat een pand in waarde daalt en omdat er deels geld voor geleend is, is sprake rente- en afschrijvingskosten. De huur die de gemeente aan een instelling in rekening brengt, moet deze kosten dekken. In Hilversum worden alle kapitaallasten aan het betreffende onderwerp toegerekend (dat geldt dus voor scholen, buurthuizen et cetera). Het lijkt vreemd en inconsequent alleen voor cultuur een uitzondering te maken. Of toch niet?

Hier schuilt de adder onder het gras. Als de kapitaallasten van de culturele panden niet meer aan cultuur worden toegerekend, lijkt het culturele budget ineens een stuk lager. Verontwaardigd wordt dan geroepen: “schandalig hoe weinig geld we aan cultuur uitgeven, er moet meer bij!” Ondertussen moet de gemeente natuurlijk nog steeds de lasten van de prijzige panden betalen, die gewoon op de begroting drukken. Nog meer geld naar cultuur gaat dan gewoon ten koste van andere gemeentelijke taken.

Ook wordt in de raad vaak gesproken over lagere huren voor culturele instellingen. De Vorstin betaalt ongeveer een miljoen euro aan huur, die de gemeente vervolgens kwijtscheldt. Nu zijn er in Hilversum veel partijen die zeggen: die huur is veel te hoog, de huur moet omlaag, zodat er meer geld overblijft voor andere vormen van cultuur (wat dus eigenlijk niet helpt, omdat we deze toch al kwijtschelden). Let wel: de vorstin betaalt per saldo dus helemaal niets, maar zit wel in een heel duur pand, waar de gemeente de kosten van betaalt. Met het verlagen van de huur, los je voor de Vorstin in elk geval niets op. Het probleem met een lagere huur is echter wel, dat de kapitaallasten van het pand niet meer worden goedgemaakt. En dat betekent dus een afwaardering. Ga er maar aanstaan: als de Vorstin 25% minder huur gaat betalen, moet er dus zo’n 3 miljoen euro worden afgeboekt. In een tijd dat Hilversum al enorm aan het bezuinigen is.

Of je nou de huur verlaagt, of door een inconsequente boekhoudkundige ingreep de kapitaallasten uit het cultureel budget haalt om zo de indruk te wekken dat het cultureel budget eigenlijk heel laag is, beide zijn voorbeelden van flagrante struisvogelpolitiek. De Hilversumse politiek heeft in het recente verleden heel bewust gekozen heel veel geld in met name De Vorstin en het museum te steken. Niets was te gek, het kon niet op. Prima natuurlijk dat je als politiek deze keuze maakt, maar dat betekent ook dat je de gevolgen ervan moet dragen: heel veel investeren in stenen en niet in inhoud, beperkt de keuzes voor de toekomst! Iedereen klaagt dat de huur voor de Vorstin en het museum zo hoog is en dat er zo weinig geld over is voor andere dingen. Tegelijkertijd “vergeet” iedereen dat dat eenvoudigweg veroorzaakt is door de enorme investeringen in culturele landmarks. Als de Vorstin de oorspronkelijke (en op zichzelf al vorstelijke) 7 miljoen euro had gekost, was er nu meer geld voor andere culturele zaken geweest. Zo eenvoudig is het.

De VVD heeft vanaf het begin gewaarschuwd voor de enorme investeringen in prestigieuze culturele panden. Dat de politiek nu aan collectief geheugenverlies lijdt, is jammer. Het peperdure Hilversumse cultureel vastgoed vraagt om een pas op de plaats in plaats van een boekhoudkundige truc om het cultuurbudget kosmetisch te verlagen. De VVD gaat daarom woensdag voorstellen gewoon alle kosten die betrekking hebben op cultuur, gewoon aan cultuur toe te rekenen. Dus ook de kosten van de zonder meer fraaie, maar evenzo dure panden.

Arno Scheepers
Raadslid